
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 364
1
De pachter kan zich tot de rechter wenden met de vordering zijn echtgenoot of geregistreerde partner, één of meer zijner bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of één of meer van zijn pleegkinderen - of twee of meer van deze gezamenlijk - aan te merken als medepachter.
2
Het bepaalde in artikel 363 leden 3 tot en met 8 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in plaats van ?voorgestelde pachter? telkens wordt gelezen: ?voorgestelde medepachter?.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.